De Lof der Zotheid
Desiderius Erasmus
Education & Teaching
De Lof der Zotheid
Free
Description
Contents
Reviews
Language
Dutch
ISBN
Unknown
Wereldbibliotheek
Onder leiding van L Simons Desiderius Erasmus.
De Lof der Zotheid
Vertaald door wijlen Mr. Dr. J. B. Kan, Uitgegeven en van korte ophelderingen voorzien door Dr. A. H. Kan. Met prentjes naar penteekeningen Van Hans Holbein, Den Jongeren.
2e druk—6e, 7e en 8e duizend. Uitgegeven door de Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur—Amsterdam
Toelichting.
Voorrede.
Hoofdstuk I.
Alleen door haar aanblik heeft de Zotheid de zorgen van haar toehoorders verjaagd.
Hoofdstuk II.
Onderwerp der voordracht.
Hoofdstuk III.
Waarom de Zotheid zichzelf prijst.
Hoofdstuk IV.
Waarom zij voor de vuist spreekt.
Hoofdstuk V.
De Zotheid verraadt zichzelf terstond.
Hoofdstuk VI.
Navolging der redekunstenaars.
Hoofdstuk VII.
Afkomst der Zotheid.
Hoofdstuk VIII.
Haar geboorteplaats en voedsters.
Hoofdstuk IX.
Haar gevolg.
Hoofdstuk X.
De Zotheid de bron van alle leven en levensgenot.
Hoofdstuk XI.
Vervolg.
Hoofdstuk XII.
Vervolg.
Hoofdstuk XIII.
Kindsheid en ouderdom zijn met de Zotheid ten nauwste verwant.
Hoofdstuk XIV.
De Zotheid verlengt de jeugd en weert den ouderdom.
Hoofdstuk XV.
De Zotheid vooral maakt de Goden aantrekkelijk.
Hoofdstuk XVI.
Overal wordt de kruiderij der Zotheid gevonden.
Hoofdstuk XVII.
Door haar toedoen behagen de vrouwen aan de mannen.
Hoofdstuk XVIII.
Het drinken wordt door de Zotheid het best gekruid.
Hoofdstuk XIX.
Zij knoopt vriendschapsbanden.
Hoofdstuk XX.
Door haar komen huwelijken tot stand.
Hoofdstuk XXI.
Elke gemeenschap onder de menschen is aan haar te danken.
Hoofdstuk XXII.
De rol, die de Zelfzucht speelt in dienst van haar zuster de Zotheid.
Hoofdstuk XXIII.
De Zotheid is de oorzaak van hetgeen in den oorlog gebeurt.
Hoofdstuk XXIV.
Nadeelen der wijsheid.
Hoofdstuk XXV.
Vervolg.
Hoofdstuk XXVI.
Wat nietigheden op het volk vermogen.
Hoofdstuk XXVII.
Het menschelijk leven een speling der Zotheid.
Hoofdstuk XXVIII.
Kunsten en wetenschappen vinden hun oorsprong in ijdele roemzucht.
Hoofdstuk XXIX.
De Zotheid maakt aanspraak op den lof van verstand.
Hoofdstuk XXX.
De Zotheid leidt tot wijsheid.
Hoofdstuk XXXI.
Zij maakt het leven dragelijk.
Hoofdstuk XXXII.
Van de wetenschappen, die in het algemeen tot verderf van het menschdom zijn uitgevonden, bezitten zij, die het nauwst met de Zotheid verband houden, de meeste waarde.
Hoofdstuk XXXIII.
Vervolg.
Hoofdstuk XXXIV.
De dieren, die van al wat kunst is, verschoond blijven, zijn het gelukkigst.
Hoofdstuk XXXV.
Dwazen, zotten, domkoppen en narren zijn veel gelukkiger dan wijzen.
Hoofdstuk XXXVI.
Vervolg.
Hoofdstuk XXXVII.
Vervolg.
Hoofdstuk XXXVIII.
Waanzin is begeerenswaard.
Hoofdstuk XXXIX.
Aan een dergelijke krankzinnigheid lijden mannen, die hun vrouw vergoden, jagers, bouwlustigen en dobbelaars.
Hoofdstuk XL.
Bijgeloovigen.
Hoofdstuk XLI.
Vervolg.
Hoofdstuk XLII.
Dwazen, die zich op hun adellijken titel laten voorstaan.
Hoofdstuk XLIII.
Ieder mensch, volk of stad is de eigenliefde ingeplant.
Hoofdstuk XLIV.
De voordeelen, die de Eigenliefde en haar zuster, de Pluimstrijkerij, verschaffen.
Hoofdstuk XLV.
Het geluk hangt af van de meening der menschen.
Hoofdstuk XLVI.
De Zotheid schenkt aan alle menschen haar zegeningen.
Hoofdstuk XLVII.
Haar goedaardigheid.
Hoofdstuk XLVIII.
Verschillende soorten en vormen der Zotheid.
Hoofdstuk XLIX.
Taalmeesters.
Hoofdstuk L.
Dichters.
Hoofdstuk LI.
Rechtsgeleerden.
Hoofdstuk LII.
Wijsgeeren.
Hoofdstuk LIII.
Godgeleerden.
Hoofdstuk LIV.
Religieuzen en monniken.
Hoofdstuk LV.
Vorsten.
Hoofdstuk LVI.
Hovelingen.
Hoofdstuk LVII.
Bisschoppen.
Hoofdstuk LVIII.
Kardinalen.
Hoofdstuk LIX.
Pausen.
Hoofdstuk LX.
De bisschoppen der Duitschers.
Hoofdstuk LXI.
De Fortuin begunstigt de dwazen.
Hoofdstuk LXII.
Getuigenissen der ouden.
Hoofdstuk LXIII.
Getuigenissen uit de Heilige Schrift.
Hoofdstuk LXIV.
Verkeerde uitleggers van de woorden der Heilige Schrift.
Hoofdstuk LXV.
Vervolg.
Hoofdstuk LXVI.
De Christelijke godsdienst vertoont een zekere verwantschap met de Zotheid.
Hoofdstuk LXVII.
De hoogste zaligheid voor de menschen is een soort van waanzin.
Hoofdstuk LXVIII.
Besluit.
Inhoud
Colofon
Beschikbaarheid
Codering
Documentgeschiedenis
Externe Referenties
Verbeteringen
The book hasn't received reviews yet.